Blog

Bloemlezing gedichtenavond 29 juli

Issa
vlinder in de tuin –
het kindje graait, hij fladdert,
het graait, hij fladdert

WILLIAM WORDSWORTH (1802)

I wandered lonely as a cloud
That floats on high o'er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils;
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine
And twinkle on the milky way,
They stretched in never-ending line
Along the margin of a bay:
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee:
A poet could not but be gay,
In such a jocund company:
I gazed—and gazed—but little thought
What wealth the show to me had brought:

For oft, when on my couch I lie
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude;
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.


Ida Gerhardt

Over de eerbied I

Gij moet het eenzaam laten
het zaad dat ligt te slapen
en dat al kiem gaat maken.

Dit eerstelingsbewegen
van leven binnen leven
vermijd het te genaken.

Laat het stil zijn in zijn waarde,
zaad in de donkere aarde;
zaad in de donkere aarde.

En het zal groen ontwaken.
Jando

In de schaduw van de notenbomen
laat ik de tonen tot mij komen
de compositie hoor ik aan
en denk: hoe zou het zijn
als er ook poëzie bomen bestaan.

Ik zou ze planten in mijn tuin
met fluitenkruid en bosviolen
elk seizoen een ander vers
woorden die alleen de ziel kan horen
muziek uit fantasie geboren.

Iedere dag gaf ik mij over
aan de woorden komend uit het lover
ingefluisterd door de wind
die mij weer zachtjes doet ontwaken
het is een droom waarin ik mij bevind.
Jan Elburg

Stadgenoot
Hij is het licht vergeten
En het gras vergeten
En al die kleine levende kevertjes
En de smaak van water en het waaien

Hij is de geur vergeten
Van het hooi en de grijze vacht van schapen
De varens, de omgelegde aardkluiten

Zijn binnen is geen nest
Zijn buiten geen buiten
Zijn tuin een vaas

Hij is ook de bliksem vergeten
De rauwe hagel
Op zijn voorhoofd

Hij zegt niet  graan  meel  brood
Hij ziet de vogels niet weggaan
En de sneeuw niet komen

Hij zal bang en verongelijkt doodgaan


Rutger Kopland

Jonge sla

Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bomen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.

Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog,
in vochtige bedjes , nee


Slauerhoff
Hokkai

Lieveling, schooner ben jij dan de heilige Foedsji,
Die maar één welvende, sneeuwige top heeft,
Alleen bij het vroegrood één rozige spits toont.


Vasalis

Eb

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.

Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?


Fetze Pijlman

Onder de bomen

Vrienden zijn het, bomen
die gesprekken met je voeren
je gedachten laten gaan
als hun bladeren
het licht laten schommelen.

Het zijn je vrienden, bomen.
Hun schaduw leggen ze
als een arm om je heen
als je alleen wilt zijn
en niet alleen wilt zijn.


J.O.Jellema

Zomernacht

Doe nu die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren
na, bramenplukker die je bent zoals vroeger
maar nu. Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.

Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in het hart en proef het
zo rood al sap van bramen. Wees langzaam
door vogels gezongen het wordende licht.


Jan Boerstoel

De jonge aanplant uit mijn kindertijd
blijkt weliger en hoger opgeschoten
dan ik verwacht had,

bijna ingesloten door dat groen krijg ik een beetje spijt
dat ik toch teruggekomen ben
na zoveel zomers zonder
nu het pad zelf ook de weg lijkt kwijtgeraakt
totdat
ik plotseling een oude den herken

Ik leg mijn wang tegen het warme hout
en even voel ik mij weer 10 jaar oud.


Toon Hermans

Ik zet mij zelf hier neer in ‘t zand
en luister naar de wind
hier bij de zee die eeuwig ruist
ben ik een beetje kind.

Hier ga ik op in het heelal
en ‘t zingen van de zee
hier ben ik even net iets meer
dan de dingen die ik dee.


Rutger Kopland

Sporen

We zagen weer grote roofvogels cirkelen
boven de bergen en je moet blijven kijken
tot ze verdwenen zijn – tot je weet
dat je ze niet meer ziet

het is dat vanzelfsprekende vinden
van wind-wegen, dat vanzelfsprekende 
thuishoren in die onvoorstelbare ruimte

en aan onze voeten overal paden, paden
de sporen van wat daar leeft als wij er niet zijn
de wereld die we nooit zullen kennen

aan de overkant van het dal rotswanden
met de lijnen waarin een voorbije zee
haar spiegels achterliet

wilden we, zoals Caeiro zegt “kunnen zien
zonder te denken”? Want inderdaad, wat we ook
dachten, alles wat we zagen was
niet meer dan het was

zochten we de onverschillige gastvrijheid
van de wereld – het bijna aangename gevoel 
overbodig te zijn? 


Jan Wolkers

Na de zomer I

De kreukels van het loof
Vermoeid gesteente
Met flinterdunne nerven
Dat zijn bladeren ontvouwt
En neer laat dalen
Tot geel geschuifel.
Het lila van de herfst
Op bleke stelen
Zakt rottend weg
In drassigheid.
Het besef: Wij waren
Er even bij –
Een voetstap
Die geen echo achterlaat.

Shiki

Boven het rijstveld
zijn de nevels opgetrokken -
reiger in de ochtendzon.

            ***

Briesje in de avond -
de witte rozenblaadjes
bewegen allen.


Judith Herzberg

De vlier

De vlier heeft twee manieren:
één knoestig, hout met bast,
één snel omhoog, en hol als riet
wat vreemd aan één boom past.


Annie M.G. Schmidt

Mei

Wanneer ik u een goede raad mag geven:
de vlier bloeit, het is mei. Vooruit, pluk vlier!
Het is niet zo vaak mei meer in uw leven,
misschien nog dertig keer, misschien nog vier.























Published On: 3 augustus 2023