Niet doen in de herfst: spitten en opruimen
Sommige mensen ergeren zich aan de vallende blaadjes. Wij zijn juist blij dat de natuur een isolerend dekentje levert als de kou eraan komt. Bezem vooral de blaadjes van de paden en uit het gras en prop je borders ermee vol. Zo houd je je planten beschermd tegen de kou en de grond beschermd tegen de impact van sneeuw en regen. Zo hebben de diertjes verstopplekjes om te scharrelen. Zo behoed je het bodemleven voor grote temperatuurschommelingen.

Evenmin doen: opruimen. Laat uitgebloeide bloemen lekker zitten en laat afgestorven stengels gewoon staan. Het voorjaar is vroeg genoeg om het op te ruimen. In de tussentijd kunnen insecten er overwinteren. Vind je die kale staken echt onverdraaglijk storend en lelijk, knip ze dan af, maar leg ze ergens uit het oog op een hoopje.

Ook niet doen: gras maaien, mest geven of heg knippen. Zo krijgen planten de kans om zich in alle rust terug te trekken en zich ondergronds, beschermd door een laagje afgevallen blad aan hun voeten, voor te bereiden op een nieuw seizoen. Dat laagje bladeren verandert trouwens in een fijne laag humus, wat je planten ook weten te waarderen.

Niet doen in de moestuin: spitten. Naarmate meer bekend wordt over het precaire bodemleven, wordt steeds duidelijker dat je met spitten meer schade aanricht dan goed. Door de grond te keren verhuis je alle leven in de bodem naar een plek waar het zich niet thuisvoelt. Laat het omzetten van de grond lekker over aan de wormen. Die doen niets liever. Wil je het wormenleven in je tuin bevorderen, strooi dan af en toe koffieprut in de tuin. Daar zijn wormen dol op! Wormen zullen ook het bladafval helpen verteren en de grond in trekken.